Persbericht n.a.v. de conclusie van A-G Machielse in de zaak Daniella van Bergen (fatale mishandeling stiefdochter)

Advocaat-generaal Machielse heeft de Hoge Raad vandaag geadviseerd om de veroordeling van onze cliënt Geert W. in stand te laten. Het gerechtshof Leeuwarden veroordeelde hem op 28 oktober 2016 tot 18 jaar gevangenisstraf en tbs, wegens onder meer zware mishandeling met voorbedachte raad van zijn 20-jarige stiefdochter. Tegen het veroordelend arrest is cassatie ingesteld. Namens Geert W. heeft mr. Niels van Schaik vier cassatiemiddelen ingediend.

Eén van de cassatiemiddelen is volgens de advocaat-generaal gegrond. Het bedoelde middel heeft betrekking op de bewezenverklaring van een strafverzwarend bestanddeel (art. 304 lid 1 Sr). De bewezenverklaring van dat bestanddeel is onterecht, zo meent dus ook de advocaat-generaal. Tot cassatie hoeft dat volgens hem echter niet te leiden, omdat ook met weglating van dit strafverzwarende bestanddeel de opgelegde gevangenisstraf binnen het maximum van 20 jaar blijft.

De verdediging beraadt zich momenteel nog over de vraag of er op de conclusie van de advocaat-generaal moet worden gereageerd middels een zogeheten Borgersbrief. De verdediging heeft hiervoor twee weken de tijd. Het ligt in de lijn der verwachting dat een dergelijke reactie er gaat komen, mede omdat het vierde cassatiemiddel zich al richtte op de strafoplegging. In hoger beroep is dezelfde straf opgelegd als in eerste aanleg het geval was, terwijl de rechtbank van een veel zwaardere kwalificatie uitging dan het Hof heeft gedaan (moord i.p.v. zware mishandeling de dood ten gevolge). De verdediging meent dat het Hof onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het ondanks die lichtere kwalificatie toch dezelfde straf oplegt. Het ten onrechte bewezen strafverzwarende bestanddeel is onmiskenbaar van invloed geweest op de strafoplegging. Reden temeer dus om de strafoplegging opnieuw tegen het licht te houden.

De conclusie van de advocaat-generaal is te raadplegen via deze link: conclusie